Een voorgerecht uit de zee

Een voorgerecht uit de zee

Een voorgerecht uit de zee

Xavier heeft me laten weten dat hij graag ‘vol-au-vent’ wil eten maar dat is voor later. Eerst een voorgerecht. Ik ben op zoek naar streekproducten in Vlaams-Brabant en er passeren verschillende gerechtjes door mijn hoofd als ik een mailtje krijg van Xavier. Zoals gewoonlijk een korte, bondige en heel duidelijke mail, dat ik niet verwacht wordt in Brussel maar in Oostende. Xavier en zijn man Bas verdelen hun tijd tussen Brussel en Oostende en iets in mij had gedacht dat ik naar Brussel zou moeten gaan met mijn potten en pannen maar toen kwam de mail van Xavier.

Oostende is ‘mijn badstad’. Net als zoveel Belgen heb ik een favoriete badstad en de mijne is dus Oostende. Het feit dat mijn meter daar woont, ik als kind veel naar Oostende ging én ik mijn de eerste centen als jobstudent verdiende in Oostende op het strand heeft er waarschijnlijk iets mee te maken.

Goed, ik schakel voor het voorgerecht ook over naar de kust en het wordt het een tartaar van rauwe Noordzeevis met een waterkerssoepje, gefermenteerde radijsjes en hand gepelde Noordzee garnalen.

’s Morgens voor mijn vertrek heb ik de waterkerssoep gemaakt, de garnaaltjes gepeld en de vis fijn versneden tot tartaar, gemengd met een versnipperd lente-uitje en verse kaas én afgekruid me peper en zout.
Ik heb dit gerechtje al eens gemaakt om het te testen én om te fotograferen. Daarna heb ik nog wat aanpassingen gedaan en hopelijk vinden ze het lekker!

Als ik Xavier vertel dat er ook een voorgerechtje is blinken zijn ogen een beetje. Helaas blijkt Bas allergische te zijn voor garnalen maar voor hem pimp ik het waterkerssoepje met gefermenteerde radijsjes, verse radijsjes en dille.

Het eerste wat Xavier doet als we aan tafel zitten is een foto maken van het bordje. ‘Prachtig, en zo heb je een foto voor uw sociaals’ zegt Xavier. Als ik hem de foto laat zien van het gerechtje die ik thuis al maakte in mijn fotostudio legt hij snel zijn GSM neer ‘Ieder z’n vak natuurlijk’ en dan beginnen we te eten. Altijd een spannend moment voor mij… En ik heb hier 2 kenners rond de tafel zitten. Neen, ze gaan echt niet wekelijks eten bij een chef met sterren op de kaart, maar ze weten wel wat lekker is!

En mijn voorgerechtje vinden ze lekker, oprecht. Deze mannen zijn er, denk ik, niet het publiek naar om te doen alsof ze het overheerlijk vinden terwijl het niet zo is. Verbazend lekker vinden ze het. Xavier zegt dat ik niet bescheiden moet zijn en best trots mag zijn op wat ik kan: ‘Als je zelf niet zegt dat je iets goed kan bestaat de kans dat niemand het zegt en dat zou wel echt zonde zijn in dit geval!’. Ping, compliment geïncasseerd!

Bas merkt op dat de gefermenteerde radijsjes ook heel fijn zijn van smaak. Fermenteren kan een heel scherpe smaak geven maar dat is hier niet het geval. Ik heb dan ook zeer minutieus het recept van Seppe Nobels gevolgd…

Bron: Studio Greenjack

Geef een reactie